Kilometers: 20, 54, 58,
Rustplaatsjes: Rinkenaes, Søby (Aero), Svindinge
Weer: af en toe een bui, zon en bewolking
Toen de vrouw van de Vlierhof mij vertelde over de route nr 8 van Denemarken zal ze misschien niet hebben gedacht dat ik die twee weken later zou gaan fietsen. Het was in Frankrijk al duidelijk: ik zou naar het Noorden. Eerst in Nederland langzaamaan naar het Noorden. En toen afgelopen maandag met een treinrit nog wat verder. Was dat makkelijk? Nee. Heel spannend juist. Dezelfde spanning als toen ik naar Frankrijk vertrok voor de camino. Alleen op pad en het vertrouwde eigen landje achter je laten is spannend. Op de fiets is iedere dag nieuw en ben je afhankelijk van wat de weg brengt.

Met de fiets in de trein

In Leer vertrok ik om 8.00 vroeg van de camping naar de bouwmarkt. “Eigenlijk mag ik dit helemaal niet” zei de Duitse vrouw toen ze me twee stukken ducktape gaf van een net opengemaakte rol uit het schap. Met mijn nieuwe gastankje en geplakte gaten in marktplaats Ortlieb fietstassen fietste ik naar het station.
Bij het Reisezentrum in Leer ging het zo: “Ik wil naar Padborg”. “Wass?! Was sagst du?!!!”. Een vrouw met ontploft zwart geverfd Einstein haar en een bril reageerde alsof ik Chinees sprak. “Schreib dass mal auf!!”. Zo hee, misschien had ze tegenwind en is ze daarom zo gefrustreerd, dacht ik nog. En in het Duits klinkt het ook nog allemaal zo lekker ruw. Ze stuurde me naar Hamburg met mijn fiets. Dat ik die mee had vond ze erg onhandig. Ik heb maar niet uitgelegd dat dat het idee is van met de fiets op reis gaan.
Onderweg naar Hamburg werd ik weer even herinnert aan het leven van een docent. Ik zat namelijk tweeëneenhalf uur lang in een coupe vol met vijftienjarigen op schooluitje. Oef, wat ben ik blij dat ik niet meer met die doelgroep werk en dat ik geen verantwoordelijkheid voor ze draag. In Hamburg weer een ticket naar Flensburg en zo was ik opeens om half 4 al op de grens met Denemarken.  En Flensburg, wat een heerlijke stad is dat. Twee jaar geleden fietste ik vanuit NL naar Esbjerg en passeerde ik Flensburg op de terugweg. Het water, de fjorden, de stranden en het noordelijke ontspannen karakter van de stad, allemaal bootjes. Ik voel me er thuis.
Ik stapte weer op de fiets en de kilometers vlogen voorbij en tegen zessen had ik een fri teltning plad gevonden waar niemand was, in het bos. Dat was wat ik wilde: rust en alleen zijn en af en toe leuke ontmoetingen. Nou ’s nachts waren die er, alleen deze keer was Irene er niet (zoals in Frankrijk) om te vragen welk dier het was. Een paar keer zuchten en ademhalen en ik kon weer verder slapen. Of het nou verstandig is of niet, ik doe dan gewoon mijn oordoppen in, haha. Wel of geen gevaar, ik hoor het lekker niet.

Voorbereiden doe je onderweg

Mijn voorbereiding was minimaal toen ik vertrok met mijn fiets Nederland in. Ik had gewoon mee wat ik naar Frankrijk had plus nog wat fietsspul. Ik ben nu ruim twee weken onderweg en mijn uitrusting is behoorlijk uitgebreid. En ik moet steeds weer zo lachen als ik weer een upgrade besluit te doen aan mijn uitrusting. In Nederland nog heb ik een voorwiel bagagedrager gekocht met ortliebtassen. Mijn ouders kwamen ook mijn winterslaapzak brengen. En met een vlug toevallig bezoekje aan Leeuwarden heb ik mijn stoeltje, goede regenjas, fietspomp en winter fietsbroek nog meegenomen. Onderweg in NL heb ik nog een co2 fietspomp aangeschaft en een bidonfles. En sinds ik in Denemarken ben zijn daar nog een gasfles, een tent onderdoek, en een powerbank bijgekomen. De shelter app had ik gedownload en vlak voordat ik Duitsland in fietste ook nog even een gpx bestand van de route met een goede offline kaart. Wel zo handig. Voorbereiden doe je onderweg zeg ik maar zo. Dan weet je tenminste wel wat je wel en niet nodig hebt.

Aero en Fynn Eilandhoppen

Op de tweede dag nam ik al de Ferry naar Aero. De koning was op het eiland en dus ging de Ferry pas om 18.20. Ik maakte wat praatjes met Duitse fietsers en verder was er niet veel bijzonders. De volgende dag fietste ik op Aero naar Aerokoping, en wow dat was echt een prachtig stuk! Je had er bij moeten zijn want op de foto’s is het lang zo mooi niet.


Op Møn sprak ik met een kunstenaresse, die prachtige tekeningen in haar vitrine had hangen. Ik was op slag verkocht voor de tekening van de Mother of the Sea. Mijn doet het denken aan het verhaal van de Selkie vrouw die haar huid verliest en terugvind. De kunstenaresse vertelde me dat de Mother of the Sea een figuur is uit haar Inuit kultuur en dat iedereen haar regels moet opvolgen omdat ze anders haar haren verliest en vies wordt. Ze heet Naja Abelsen en je kunt haar werk bekijken op najaabselsen.dk Het is prachtig.
Ik nam weer de Ferry terug en kwam aan op Fynn. Fynn is een groter eiland waar ik langs de oostkust omhoog zal fietsten. Later op mijn route zal ik langs de westkust van Fynn terug fietsen. Al snel kwam ik erachter dat dat niet de voorgeschreven richting is. Iedereen fietst tegengesteld aan mij. Maar ik fiets een achtje, want de route is toch niet voor niets nr 8 in een acht vorm?