Km: 20, 30, 50, 75, 75
Rustplaatsjes: Schaijk, Millingen ad Rijn, Winterswijk, Ootmarsum
Geen ijs?!
Een trip down memory lane. Ik fietste door Enschede. Met dat visuele geheugen van mij poppen op veel plekken herinneringen op. Eerst langs mijn laatste woning daar. Het bleek dat deze nog minder dan 15 minuten fietsen van de heide en het bos was gelegen. Nu kan ik me niet meer voorstellen wie ik toen was. Dat ik daar nooit geweest was? En dat ik daarentegen de binnenstad met haar kroegen en studentenhuizen, waar ik daarna langs liep, daar maar al te goed kende. Nu is het andersom. In de kroeg zal je me niet vinden en in de natuur het liefst. Ik liep langs de Oude Markt en was overrompeld door het geroezemoes van alle volle terassen. Gezelligheid? Ik weet het niet, vanuit de stilte waar ik mee fiets was het een te grote omschakeling voor nu. Ik had van te voren mijn zinnen gezet op ijs van Van der Poel. Maar wat doe je als je merkt dat je daar toch echt geen zin in hebt. Raarrrr… ‘Na zoveel km’s fietsen wil ik toch wel een ijsje?’ dacht mijn hoofd. Maar nee. Duidelijk nee, zei mijn gevoel/mijn zin/mijn eetlust. Ik dronk een smoothie bij Bagels & Beans aan de overkant en had me neergelegd bij mijn onveranderlijke nee.
Mooi of niet mooi
Ik fietste verder en hoorde in gedachte nog het gesprek met het fietsers-stel van vanochtend. Zij hadden het stuk gefietst van Ootmarsum naar Winterswijk. En ik fiets dat in omgekeerde richting. Ik had ze gevraagd om hun route, ter inspiratie. Ze hadden zorgvuldig een route gepland met de app van de Fietsersbond die ze langs de natuur routes zou leiden. “We kwamen op zulke mooie paden, waar we anders nooit gekomen waren” vertelden ze erover vol vreugde. Ik had die ochtend geprobeerd de route wat na te bootsen zonder al te veel extra kilometers in te plannen. En je raad het al. Zoals het iedere dag tot nu toe gaat. Na de eerste 5 kilometer ben ik al van de route afgeweken. Soms gaat het per ongeluk en soms wijk ik bewust af van de route. Bewust afwijken ontstaat op twee manieren. Het liefst ontstaat dit als ik een paadje zie dat leuk lijkt. In een split second ontstaat dan mijn interesse. En zodra ik op de kaart kijk ben ik er al voorbij. ‘Is dit wel de route?’ of ‘Is het niet te ver om?’ De route zit me in dat geval vaak juist in de weg. Of ik wijk bewust af als ik op de kaart of ter plekke zie dat de route langs autowegen of onbegane paden gaat en dan kies ik een omweggetje. En soms is langs de autoweg lekker want dan kan je doortrappen! Het leuke van fietsen is: routes kan je met een korreltje zout (leren) nemen. Een paar kilometer meer of minder maakt minder uit dan te voet. En dan kom je op zulke mooie stukjes.
Toen ik eerder die dag op een bankje 6 chocolade rijstwafels (mijn nieuwste vonst) zat te eten kwam er een echtpaar langs fietsen. Dat was niet nieuw, het lijkt wel alsof heel getrouwd Nederland hier rond fietst. Het liefst met hetzelfde petje op en allebei een Ortlieb fietstas (van dezelfde twee delige set) bij de één links en de ander rechts hangend aan de fiets. In ieder geval. De man van het echtpaar vertelde aan zijn vrouw over het paadje waar ik net uit was gefietst: “Hier moet je niet in, dat is echt niet mooi daar. Dan kom je in Duitsland en dat is niet mooi daar.” Ik wilde hem vragen of hij er al eens was geweest en hoe hij dit wist, maar ze waren al verder gefietst. Dat bewijst maar weer. Routes en Google Maps of landkaarten, zijn leuk en handig. Maar volg vooral het toeval en je interesse. En oordeel pas als je er geweest bent.
Kamperen in community
Ik was dus sneller dan mijn tent in Nederland. Wie had dat gedacht toen ik mijn tent achter liet bij herberg Nos Repos. Inmiddels is de pijn in mijn knie beperkt tot een klein beetje. Het fietsen gaat goed. En ik houd het goed in de gaten. De afgelopen dagen was ik op een aantal NTKC terreintjes, waar je in mijn beleving nog kunt kamperen hoe het hoort te zijn. En ik was een nachtje bij Eco-community Vlierhof. Uit nieuwsgierigheid hoe het eruit ziet om zo te leven. Wat is het een prachtig groot terrein met allemaal lieve knusse gecreëerde plekjes daar net over de grens in Duitsland. Toch is het mij te veel bubbel, en te veel samen. Ik heb lang dat idee van groepswonen gehad. Maar ik heb toch echt mijn eigen ruimte nodig, dat is wel duidelijk. Liever zou ik wonen ergens waar het normaal is om je buren te kennen, ermee uit te wisselen (van gesprek tot eieren) en misschien ook een tuin of atelier te delen.
Kokkerellen
In Winterswijk belandde ik op de markt. Ik was de dagen kwijt, maar het was dus de Zaterdagmarkt. Ik kocht 1 zoete aardappel 1 venkel en 2 pruimtomaten en ik creëerde het lekkerste camping 1 pit maaltje ooit. Dit record werd snel verbroken want de dag erna maakte ik iets nog lekkerders. Sinds dat een vriendin van me langs kwam op ntkc de brobbelbies in Schaijk en we een omelet maakten zie ik waar mijn 1 pits kooksetje toe in staat is. Dit zorgt alleen wel voor een risico: ik moet opletten dat ik niet een halve voorraadkast mee sleep… “Ohja pesto had ik ook nog”
Ik volg nog steeds geen plan of meerdaagse route. Maar richting het Noorden blijft de koers voor nu.
Hoi!